Loading…

De drieling

Om op de kinderafdeling te komen maak je gebruik van een soort intercom. Je geeft aan voor wie je komt en degene bij de balie opent de deur voor je. Geen waterdicht systeem want als je net aan komt lopen terwijl er iemand staat, kan je vrolijk mee lopen. Maar goed, het idee is goed bedoelt!
Nu onze meiden weer op dezelfde afdeling liggen kan ik niet wachten om op de knop te drukken. Standaard wordt gevraagd voor wie je komt. Hoe leuk is het om dan ‘voor de drieling’ te kunnen zeggen?!

Gelukkig staat er niemand anders voor de deur zodat ik zelf enthousiast op de knop kan drukken. De bekende stem vraagt ‘’voor wie komt u?’’ en vrolijk antwoord ik ‘’voor de drieling!’’.
Waar ik van alles in positieve zin had verwacht en vooral een gevoel van trots, voel ik alleen een knoop in mijn maag. Wat voelde dit stom!
Ik kom niet voor ‘’de drieling’’, ik kom voor mijn dochters. Voor Jasmijn. Voor Fleur. Voor Daphne.

Individuen

Later denk ik er nog eens over na. Het is zo makkelijk om ze als drieling te zien, te benoemen en te behandelen. Meiden, kinderen, dochters, baby’s. Ik vind alles beter klinken dan de drieling. Bij de drieling voelt het alsof ik ze een stempel op druk. Hoe makkelijk het is om ‘’de drieling’’ te gebruiken, het voelt niet goed. Dit was eens en niet weer.
Ze zijn toevallig op dezelfde dag geboren, lijken op elkaar en oké Jasmijn en Fleur hebben het zelfde DNA maar het blijven drie individuen en zo gaan wij ze ook opvoeden.

Het duurt niet lang voor ik hier mijn weg in gevonden heb. Als ik bij hun bedjes sta en iemand mij vraagt of ik de moeder van die drieling ben, antwoord ik standaard dat ik inderdaad de moeder van deze meisjes ben. Nu de knop om is, gaat het eigenlijk automatisch. Ook bepaalde kleding of kleuren link ik aan een kind. Als ik drie shirtjes koop denk ik direct die is leuk voor Daphne, of deze voor Jasmijn. En eerlijk is eerlijk, nu ze ieder een eigen kleur fles hebben zijn ze ook makkelijker te herkennen op de foto’s!

Trots

Meestal als ik het ziekenhuis in kom kan ik zo doorlopen en hoef ik geen gebruik te maken van de intercom. Geen drieling-knoop-in-mijn-maag uitspraken meer! Ik kom zoveel op de afdeling dat ik al word herkent. Dat ik word herkend als de moeder van ‘’de drieling’’ probeer ik te negeren.
Eén van de laatste dagen in Zwolle moet ik toch de knop indrukken. ‘’Voor wie komt u?’’ Met een enorme glimlach en een trots gevoel antwoord ik haar. ‘’Ik kom voor mijn dochters, voor Jasmijn, Fleur en Daphne’’.

Geef een antwoord